Ga naar de inhoud

Anatomie

Een pissebed heeft een uitwendig skelet, ook wel exoskelet genoemd. Hierdoor moeten ze, om te kunnen groeien, elke drie tot vier weken vervellen. Een volledige vervelling duurt een aantal dagen. Eerst vervelt het achterste gedeelte en daarna het voorste gedeelte van het lichaam. De vervellingen worden opgegeten omdat deze een goede bron van calcium zijn.

Het lichaam bestaat uit drie delen, namelijk de kop, het borststuk met zeven segmenten (het pereion) en het achterlijf met zes segmenten (het pleon). De segmenten van het borststuk worden pereioniet genoemd en de segmenten van het achterlijf pleoniet.

Anatomie pissebed
Flagellum Gewone oprolpissebed (Armadillidium vulgare)

De kop heeft twee paar antennes. Hier zijn alleen het grote paar goed van te zien. Het laatste deel van de antenne noemt men het flagellum of flagel. Het flagellum is opgebouwd uit verschillende delen. Bij bijvoorbeeld de Kelderpissebed (Oniscus asellus) bestaat het flagellum uit drie delen en bij de Gewone oprolpissebed (Armadillidium vulgare) uit twee delen (zie foto voor een close-up).

Pissebedden zien niet veel en kunnen met hun primitieve ogen voornamelijk licht en donker van elkaar onderscheiden. De ogen van de meeste pissebedden bestaan uit meerdere ocelli. Dit is het meervoud van ocellus (puntoogje) wat in het Latijns oogje betekent. Sommige soorten, zoals de Mierenpissebed (Platyarthrus hoffmannseggi), hebben helemaal geen ogen en zijn dus blind. Andere soorten, zoals het Zeekleipissebedje, (Trichoniscoides sarsi) hebben een oog die uit één ocellus bestaat.

Oog Kelderpissebed (Oniscus asellus) met meerdere ocelli